Vroeger liepen mensen voordat ze een kunstgebit kregen een tijdje zonder tanden. Tegenwoordig hoeft dat niet meer. We maken vooraf een noodkunstgebit. Dat wordt meteen in je mond geplaatst als de laatste tanden zijn getrokken. Circa drie weken voordat de tanden en kiezen worden getrokken nemen wij een afdruk van de gebitsituatie op dat moment. Deze afdruk sturen we op naar het laboratorium waar je persoonlijke noodkunstgebit wordt gemaakt.
Na verloop van tijd ben je gewend aan je nieuwe kunsttanden en -kiezen. Zo goed zelfs dat het lijkt of ze er altijd zijn geweest. Maar dat blijft niet zo. Je mond veranderd omdat je kaken slinken. Er ontstaat ruimte tussen de prothese en de kaak waardoor het kunstgebit losser gaat zitten en kan pijn veroorzaken. In zo’n geval passen we de prothese aan. Wanneer de kaken niet meer slinken kunnen we een nieuwe definitieve prothese gaan maken.
Het maken van de definitieve prothese is een precies werk. De prothese moet immers perfect passen. Voor het maken van de definitieve prothese plannen we een aantal weken achter elkaar afspraken in. Daarna kun je minstens vijf jaar van de prothese genieten.